Waar alles wazig wordt

Met beide handen knijp ik in de drie dekbedden die mijn zwetende lijf bedekken. Op zoek naar houvast in een draaierige wereld. Uit alle macht probeer ik adem te halen, houd minutenlang snakkend naar lucht mijn hoofd recht en geef het dan weer op. Om energie te verzamelen moet ik even stoppen met ademen. Zelfs zuurstof is nu iets waar voor gevochten moet worden.

Elk besef van tijd, mijn lichaam en de dingen om me heen vervagen door de hoge koorts. Kennelijk lig ik te ijlen bij mijn ouders thuis op de bank terwijl manlief thuis aan het huis klust. Ik zie hun gezichten boven mij terwijl er ‘wat bedoel je?’ uit hun lippen komt. Zelf meen ik dat mijn antwoorden vrij helder zijn en herhaal ze nog maar een keer. De grens tussen wakker zijn en slapen, rust en pijn, ademhalen en stikken bestaat niet meer. Ik ben niet eens ongerust over mijn toestand, het kan me eigenlijk niet schelen of ik doodga op dit moment.

Nooit ben ik zo ziek geweest als toen.

Lees Meer

Groen met rode aardbeitjes

Twee jaar geleden was ik gelukzalig misselijk.

Ik houd de kleinste rompertjes in mijn handen. Twijfel tussen roze en blauw en besluit dan toch weer om ze in de winkel te laten liggen. Negen weken is ook veel te vroeg om spulletjes te kopen. Toch heb ik me daar bij Sara en Bram nooit door laten tegenhouden. En nu twijfel ik. Waarom is mij een raadsel. Maar het voelt niet goed. Door de drukte op kantoor en thuis met de kinderen is het gemakkelijk dat gevoel te verdringen en af te doen als normale angst voor een miskraam. Elke vrouw voelt dat in de prille zwangerschap. Dat ik dat nooit gehad heb, daar mag ik me gelukkig mee prijzen. En nu ben ik alsnog het haasje, pech gehad. Gewoon stug doorgaan, volhouden tot de eerste twaalf weken vol zijn en er vooral niet aan denken.

Lees Meer