Precies zes weken geleden stond er een pallet boeken voor mijn deur, een berg dozen van het formaat: “Help! Wat heb ik gedaan?!” wel te verstaan. Ik zou liegen als ik beweerde dat er geen ‘adem in…. adem uit’- gedachten nodig waren om mezelf enigszins te kalmeren, want het is nogal wat om je eigen schrijfsel vijfhonderd keer af te laten drukken en ik ben niet zo dapper aangelegd.
Maar tegelijkertijd voelde ik ook dat het goed was, dat het zinvol was om de reis die ik vijf jaar geleden begonnen was af te maken, zelfs al zou ik stranden in de eerste doos en de boeken van ellende tien jaar later in de vuurkorf mikken tijdens een nostalgisch avondje herinneringen ophalen. Dit boek, Kusje in de wind, verdiende het om geboren te worden, als cadeau aan ons wolkenkindje Lieve*, maar ook als mogelijke steun voor lotgenoten en hopelijk als eyeopener voor buitenstaanders. Want, en dan heb ik het over alle sterrenouders, onze kindjes verdienen het om benoemd te worden, zij mogen er zijn, hun naam mag gehoord worden en hun verhaal verteld. Ik geloof daar heilig in, dat delen in herinnering het lichter maakt om haar met je mee te dragen.
Lees verder