“Mama, wat doen engeltjes zoal in de hemel?” Al starend naar de blauwe lucht stelt mijn dochter deze vraag. Het waait redelijk hard. Korte plukken haar komen los uit Sara’s dunne vlechtjes en dansen over haar gezichtje. Samen kijken we hoe de wensballon, die wij voor Lieve hebben losgelaten, langzaam verdwijnt. “Die gaan naar de wolkenschool,” zeg ik dan.
Als onze gele wensballon nog maar een klein zwart stipje in de hemel is, geeft de wind er een flinke ruk aan. Dit gaat niet onopgemerkt voorbij aan de kinderen, Sara schrikt er zelfs een beetje van. “Huh, wat gebeurt en nu?” Haar blik verlaat even dat stipje in de lucht en ze kijkt me verbaasd aan. Ik knipper een paar keer om mijn eigen vochtige ogen te verbergen voordat ik haar aankijk. Dan antwoord ik “Oh, dat is de engeltjespostbode. Die brengt de ballon naar Lieve.” Sara is weer gerustgesteld. Ze heeft zich namelijk ontzettend veel moeite gedaan om de prachtige teksten van familie en vrienden die op deze ballon staan, aan te vullen met haar eigen naam en tekening. Een echte brief voor Lieve. Die moet wel aankomen natuurlijk. Het postbode-idee spreekt Bram ook wel aan. “Ja,” zegt hij dan, “Die weet waar Lieve woont.” Hij zegt dat tegen Sara, niet tegen mij. Alsof hij haar wel even uitlegt hoe het zit. Zijn vinger wijst de lucht in en maakt een vloeiende beweging naar rechts. Zo van…In die straat van de hemel is het huisje van Lieve.
Bram’s voetjes schuifelen lichtjes over het gras van het strooiveld. Hij kijkt er een beetje bedenkelijk naar. Dat grijzige poeder vindt ‘ie wel interessant. Ik vraag me af of ik hem nu moet zeggen dat hij niet door dode mensen mag trappen. Zelf vind ik het maar luguber, maar de kinderen trekken zich er niets van aan. Dat sterkt mijn idee dat er van die verbrandde lichamen geen energie meer achterblijft. Het is alleen maar as. Kinderen zijn wel de eersten die zoiets opmerken.
Als de wensballon verdwenen is lopen we langzaam terug richting auto. Hoewel het net nog zo waaide lijkt het nu windstil. Het is ijzig koud, echt nog winter. Maar door het zonnetje en de bloemen die overal verspreid liggen lijkt het toch een beetje lente. Samen genieten we van de zon op ons gezicht.
“Wat doen engeltjes nog meer de hele dag?” Vraagt Saar. Ze huppelt er een beetje bij. “Wolkenspringen!” Zeg ik dan. “Oh, en doen ze ook verstoppertje?” “Maar natuurlijk, en luchtzwemmen, vleugeltikkertje en een middagslaapje.” Sara kan er wel om lachen. “Heeft Lieve ook vleugels?” “Nou ik weet het niet, misschien kleintjes. Hij zal wel eerst vliegles krijgen,” leg ik uit. Ik zie het al helemaal voor me. Samen maken we het moeilijke toch dragelijk. En engeltjes hebben het maar druk hoor, in de hemel.
Wolkenschool is een fragment uit het boek Kusje in de wind, dat in december opnieuw verschijnt als e-book. De nieuwe versie bestaat uit drie delen, Kusje in de wind (het verhaal van Lieve), Kindje in mijn hart (gedichten), en Zes kleine voetjes (anekdotes over het leven van een gezin met een wolkenkindje in hun midden). Wil je op de hoogte blijven van de uitgave, stuur dan even een mailtje naar kusjeindewind@gmail.com
PS. Wil je een keer meeschrijven op het vrijdagblog? Stuur je tekst dan in naar kusjeindewind@gmail.com