Ouders, schoonmoeder, vrienden, iedereen huilde met ons mee. Het zoontje van mijn vriendin vroeg me of dit zijn schuld was. Hij lustte de koek van de bakker niet en ik had die opgegeten. Nu waren de baby’tjes er ziek van geworden.
Niemand had hieraan schuld. En hoe konden wij een beslissing nemen? Mochten wij de kinderen dit aandoen? En onszelf? Ik droeg twee zieke kindjes in mijn buik. Hoe lang zou ik deze zwangerschap nog volhouden? Wetend dat ik hen binnen hun eerste drie levensjaren moest laten gaan…
Had ik mezelf ook niet altijd voorgenomen en zelfs al overlegd met mijn man dat indien er iets mis was, we de zwangerschap zouden stopzetten? Waarom viel een beslissing me nu dan zo zwaar? Mijn twee prinsesjes laten gaan… kon ik dat wel?
Binnen enkele weken was het Kerstmis. Ik kon die periode niet door met twee zieke baby’tjes in mijn buik. Ik hield zo onbeschrijfelijk veel van hen. Mocht ik kiezen of zij zouden leven of niet? Ik wilde geen moordenaar zijn.
We zijn thuis Katholiek opgevoed en moesten op zondag mee naar de kerk tot we 18 jaar werden. Abortus is taboe voor ons. Mijn ouders hadden voor mij nog een dochtertje en moesten haar laten gaan na tien maanden. Zij had een afwijking aan het 18e chromosoom en had daardoor een hartafwijking en een mentale handicap. Nog voor ze oud genoeg was om te opereren, is zij overleden. Wie het geluk heeft zwanger te zijn, zorgt voor zijn kinderen als dat enigszins mogelijk is. Dat was één van de waarden en normen die we van thuis uit meekregen, en waar ik absoluut akkoord mee ben.
Lennard was al acht jaar, bijna negen, en ik wou graag meer kinderen. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om een gezond kind te laten wegnemen. Ik was in de wolken met deze zwangerschap. Als je dan zulk slecht nieuws krijgt, hoop je toch nog steeds op een klein lichtje in de duisternis, op een sprankeltje hoop dat alles goed komt. Kon met een operatie niet alles recht gezet worden, waar de natuur een foutje had gemaakt? De wetenschap was toch al ver gevorderd, misschien konden we geholpen worden? Maar de specialisten in universitair ziekenhuis waren duidelijk: dit kwam niet goed. Nooit…
Uren, dagen hebben we gepraat. We hadden elkaar beloofd dat indien er iets mis zou zijn, we de zwangerschap zouden stopzetten. Zoals ik op het kaartje schreef, dat ik maakte voor de geboorte van de meisjes: “Ook al was de beslissing moeilijk, als er geen eerlijke kans is, geen menswaardig bestaan, zei iets in me dat we onze tweeling moesten laten gaan.”
Ik ben lang boos geweest omdat ik zo’n moeilijke keuze moest maken. Mijn emoties waren net een rollercoaster. Maar ik vond toen, en nu nog steeds, dat je je kinderen een leven als een plant niet mag aandoen, omdat je hen niet wil laten gaan.
Op 19 december, in de eerste winterkou, gingen we naar het ziekenhuis. We kregen een kamer beneden, in het bevallingskwartier. Maar wel een beetje aan de zijkant. Toch hoorde ik de andere vrouwen bevallen en de baby’s huilen. Ik probeerde me hiervoor af te sluiten, het niet te horen. Maar dat lukte me niet. Het deed me pijn, ik werd misselijk van verdriet als ik een mama hoorde huilen van blijdschap als ze bevallen was. Mijn maag draaide zich om als een kersvers geboren baby’tje schreeuwend de wereld aanschouwde en ik wist dat mijn baby’tjes straks niet zouden huilen.
Cindy (Babbe) schreef mee aan het boek ‘Liever bij mij…’ Wil je haar verhaal en dat van 32 andere lotgenoten lezen? Het boek is te bestellen bij je lokale boekhandel of via de webshop van Kusje in de wind.