Toen ik hoorde dat mijn nichtje Ninnoc* levenloos geboren was, had ik juist een tentamen achter de rug en wilde net in de winterkou op mijn fiets stappen. Ik weet niet eens meer wat er door me heen ging, alleen dat ik die avond niet kon slapen. Ik kon eenvoudigweg niet geloven dat er kindjes zijn die dood geboren worden. Hoe erg ik dat ook vond, inleven kon ik me niet. Helemaal niet.
Het is al bijna elf jaar geleden dat ik voor het eerst in mijn directe omgeving in aanraking kwam met de dood van een kind. Mijn destijds toekomstige schoonzus, die ik toen pas één keer had ontmoet, baarde een prachtig meisje dat het levenslicht tragisch genoeg nooit mocht aanschouwen. Ik was nog nooit bij haar en mijn schoonbroer (de broer van mijn man) in huis geweest. Wij zagen elkaar eigenlijk zelden, misschien bij een enkele verjaardag en met kerst. En daarnaast was ik ook jong, negentien jaar, en het idee van kinderen mijlenver van mijn bed verwijderd. Bovendien zat ik op kamers in Tilburg en woonden zij in Maastricht, wat de afstand niet alleen emotioneel, maar ook fysiek alleen maar gigantischer maakte. Ik was een echte buitenstaander.
De reden waarom ik jullie dit verhaal vertel is omdat ik er destijds zo ver vanaf stond en jaren later zelf meemaakte wat het betekent om een kindje te verliezen. Ik wil vertellen wat het inhoudt om een buitenstaander te zijn omdat je daar als sterrenouder vaak genoeg mee geconfronteerd wordt en de manier waarop er gereageerd wordt soms heel kwetsend is. Weet dat het niet aan jou ligt en laat je verdriet niet bagatelliseren door onbegrip, onmacht of angst. Aan de andere kant is dit blog ook bedoeld voor buitenstaanders die worstelen met hun houding ten opzichte van ouders die een kind verloren hebben. Wellicht vinden jullie hier een zinvolle handreiking.
Op de dag van de begrafenis kwam ik voor de allereerste keer in het huis waar eigenlijk een levende baby in bed zou moeten liggen. De talloze treden die we beklommen naar de woonkamer en uiteindelijk naar de slaapkamer, voelden loodzwaar. Ik wist dat hier iets verschrikkelijke gebeurd was, maar toch kon ik niet beseffen wat. Tot ik een voet over de drempel van de slaapkamer zette. De slaapkamer waar een ledikantje stond, leeg. Niets is meer confronterend dan een leeg babybedje, denk ik. Er is een moeder en een vader, zonder baby. Er zijn kleertjes, speelgoed, luiers en álles dat een kindje nodig heeft, maar geen baby. Het kindje dat genoemd werd, dat een naam kreeg, zou er nooit zijn. De toekomst die er vorige week nog was, hield op te bestaan. Ik herinner me nog heel goed dat gevoel van breken, dat je knakt vanbinnen, toen ik dat bedje zag. Het bracht me even fysiek in aanraking met het grote verdriet van haar ouders, die dat kamertje zo liefdevol hadden opgeknapt.
Ik voelde eerst onbegrip als buitenstaander, puur omdat ik niet kon bevatten wat er gebeurd was. Een kindje is gestorven, terwijl het er nog niet was: zo ontastbaar, onlogisch en onwerkelijk. Veel buitenstaanders blijven eenvoudigweg op dit punt steken, omdat het kindje dat er niet meer is, nooit zichtbaar wordt voor hen. Ik kon me met geen mogelijkheid inleven, totdat ik dat bedje zag. Het bedje van Ninnoc* maakte haar tastbaar, werkelijk, liet zonder woorden op een hele intense manier zien wat er gemist werd.
Het zien van dat lieve ledikantje maakte me niet alleen verdrietig, maar ook boos op de wereld. Ik voelde zoveel onmacht, om iets te doen, iets te kunnen betekenen, en daarom sloot ik me juist af. Eigenlijk wilde ik heel graag iets doen om te helpen, maar de zinloosheid van welke actie dan ook om de pijn te verzachten overweldigde me en daarom deed ik niets. Ik heb later zelf ervaren hoe een kleine liefdevolle daad echter wel degelijk troost kan bieden. Zelfs wanneer de wereld vergaan lijkt, heeft een aardig woord, een arm om een schouder of een kaartje met een mooi gedicht zin. Laat de onmacht je niet verlammen.
De factor angst ging pas later een rol spelen en is de reden waarom ik jarenlang niet met hen erover sprak. De dood is ongelofelijk eng, zeker wanneer het baby’s overkomt. Je kunt er beter niet over praten, want misschien is het besmettelijk, althans daar lijkt het gedrag van een buitenstaander weleens op. Stel je voor, je denkt eraan dat een kind dood kan gaan, dat is zo beangstigend en verstikkend dat je het liever vermijdt. Het was pas toen bij ons een dochter geboren werd en later bij hen een zoon, dat wij er voor het eerst over spraken. Dat ik durfde te vragen wat er gebeurd was en dat die dappere sterrenmoeder mij heel open vertelde wat zij hadden meegemaakt. Ik leerde begrijpen wat hun verlies betekende, niet alleen omdat we erover praatten, maar ook omdat ik er nu zelf dichter bij stond qua levenservaring, me kon inleven in wat er gemist werd. Ik kreeg een beeld bij Ninnoc*, ontastbaar maar toch werkelijk. Een gevoel bij het prachtige meisje dat nu in de wolken speelt en dat maakt dat ook ik haar mis, omdat ze er was.
Toen onze Lieve* geboren werd, weer jaren later, leerde ik pas echt wat het betekent om je kind te verliezen. En ik leerde helaas ook hoe moeilijk het is om je omgeving bewust te maken van wat je mist, hoe groot of klein je kindje ook was. Ik kan een ander niet laten voelen wat er door je heen gaat als je hoort dat je baby dood is, maar ik kan er wel over schrijven. Ik kan iemand niet laten ervaren hoe het voelt wanneer je een kindje af geeft en daarna over een afdeling met huilende baby’s en gelukzalige moeders naar huis moet. Ik kan dat echter wel op papier zetten. Voor de moeder die hetzelfde doormaakt biedt dat misschien herkenning. En de buitenstaander die het leest leert dan misschien een klein beetje beter begrijpen wat het betekent om een kind onzichtbaar aan je hand mee te nemen.
Liefs,
Irene
Lieve Irene, wat heftig. Dapper dat je op papier durft te zetten hoe je je als buitenstaander voelde.
Zoals je weet heb ik dit zelf van twee kanten ervaren. Eerder als verpleegkundige op de verloskamer, later als oma van deze kleine mensjes.
Door mijn levenservaring kon ik er gelukkig helemaal zijn voor de ouders op de verloskamer die achterbleven en naar huis gingen zonder kindje.
Ik had gedacht en altijd gehoopt dat dit mijn kinderen nooit zou overkomen.
Al deze kindjes draag ik samen met mijn kleinkinderen mee in mijn hart. ❤