Ik weet bijna zeker dat zijn hart vandaag stopte met kloppen.

Eerste kerstdag 2009. We ondernemen een lange trip richting Heiloo, familiebezoek. Het is hels weer op de terugweg en we zitten bijna drie uur in de auto. Er ligt sneeuw en het regent. Een echte donkere decemberdag. De lucht is even grijs als de autoweg. Het is alsof we door een tunnel rijden, meegezogen worden in een vacuüm van leegte. Kale bomen, saaie kantoorgebouwen en een enkel schreeuwerig reclamebord doemen op aan de kanten van de weg. De wind en regen ontnemen ons een groot deel van het zicht, dus rijden we op gevoel. Terwijl we door dit helse weer naar huis rijden kletsen we wat en de kinderen slapen. Sara en Bram hebben een drukke en gezellige tijd achter de rug. Die voornamelijk bestond uit een oude hond achterna zitten, rondjes rennen in de kamer en tekeningen maken in het atelier van mijn tante. Ze hebben zich kostelijk geamuseerd. En nu zijn ze doodop. Eindelijk rust.

“Ik heb het gevoel dat je opa niet meer zo lang heeft,” zegt Maarten als er een stilte valt in ons gesprek. De regen tikt tegen de ruiten. Het lijkt wel hagel. Onheilspellend slaan de druppels bij windvlagen met kracht tegen het glas. “Hij zag er echt een beetje afwezig uit,” vult manlief zijn stelling aan. Ik ben er even stil van. Hij weet precies het akelige gevoel te verwoorden dat ik al langer heb. Iets dat me af en toe bekruipt, stilletjes en triest. In vlagen. En nu geeft hij daar zomaar woorden aan. Hoewel een gedeeld gevoel vaak fijn is als herkenning, maakt het me dit keer misselijk. “Houd alsjeblieft op!” Antwoord ik hees van schrik. “Ik heb al dagen het gevoel dat er iemand dood gaat.” Mijn hart slaat in mijn keel en ik begin te zweten. Het is zo akelig stil vandaag, ondanks het lawaai van de storm. Er is iemand verdwenen. Gewoon weggevaagd. Het voelt donker en kil, als een put zonder bodem. Zo duister. Als vallen zonder daar ooit mee op te houden. Een gat in mijn hart. De energie is weg. Alles is leeg. Iemand sterft, maar niet opa. “Hij zal zich wel gewoon niet zo lekker voelen,” zegt Maarten om mij gerust te stellen. En ik zeg niets meer. Als achtergrondmuziek die plots veel luider werd, verdwijnt de angst langzaam terwijl de regendruppels opnieuw het geluid van de wereld overnemen.

Of ik het wist? Nooit meer heb ik als die ene keer zitten genieten van mijn ongeboren kindje. Die prachtige energie die ik nog geen week geleden in mijn buik voelde. De werveling in het vruchtwater en die eerste zachte plopjes in mijn buik. Vaak lig ik op de bank met mijn ogen dicht en voeten hoog om te voelen. ‘Hallo, ben je daar?’ Op zoek naar contact.  Ik heb me vergist. Dat moet het wel zijn. Het kan niet anders, maak ik mezelf wijs. Dit kindje laat gewoon nog niets van zich horen. Ik heb zitten fantaseren toen ik dat voelde. Maar ondertussen word ik overmand door leegte en verdriet. Depressie, schijnbaar zonder oorzaak. Af en toe voel ik beweging. En maak mezelf wijs dat dit onze baby is…

 

Onbewerkt fragment uit: ‘Kusje in de wind: Een onmogelijk afscheid’

3 gedachtes over “Gefluister op de voorgrond

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s