Robert, Saskia & Rosa* ‘Liever bij mij…’ #12

Saskia en RosaWij, Robert en Saskia, zijn op 31 augustus 2014 trotse ouders geworden van onze dochter *Rosa Fenna Madelaine. Na een zwangerschap van 32 weken kregen wij bij een standaard controle van de verloskundige te horen dat het hartje van onze baby niet meer klopte. Wij waren ons van geen kwaad bewust en dachten dat alles goed was met de kleine.

Lees verder

Mijlpaal! Pas zes weken oud en…

Precies zes weken geleden stond er een pallet boeken voor mijn deur, een berg dozen van het formaat: “Help! Wat heb ik gedaan?!” wel te verstaan. Ik zou liegen als ik beweerde dat er geen ‘adem in…. adem uit’- gedachten nodig waren om mezelf enigszins te kalmeren, want het is nogal wat om je eigen schrijfsel vijfhonderd keer af te laten drukken en ik ben niet zo dapper aangelegd.

Maar tegelijkertijd voelde ik ook dat het goed was, dat het zinvol was om de reis die ik vijf jaar geleden begonnen was af te maken, zelfs al zou ik stranden in de eerste doos en de boeken van ellende tien jaar later in de vuurkorf mikken tijdens een nostalgisch avondje herinneringen ophalen. Dit boek, Kusje in de wind, verdiende het om geboren te worden, als cadeau aan ons wolkenkindje Lieve*, maar ook als mogelijke steun voor lotgenoten en hopelijk als eyeopener voor buitenstaanders. Want, en dan heb ik het over alle sterrenouders, onze kindjes verdienen het om benoemd te worden, zij mogen er zijn, hun naam mag gehoord worden en hun verhaal verteld. Ik geloof daar heilig in, dat delen in herinnering het lichter maakt om haar met je mee te dragen.

Lees verder

Luc, Shirley en Nino* ‘Liever bij mij….’ #4

Luc Shirley en NinoOp 26 juli 2011 werden wij, Luc en Shirley, na een vroegtijdige inleiding trotse ouders van een prachtig mannetje genaamd Nino*; die na een zwangerschap van ruim 20 weken in stilte geboren werd. Zijn geboorte was een moment van vreugde en verdriet: je bent voor het eerst ouders geworden maar je moet meteen weer afscheid nemen.

Voor zijn geboorte kregen wij nieuws dat je als ouders niet wil horen: “Het spijt ons u dit te moeten zeggen maar uw kind zal zich door het ontbreken van het vruchtwater niet zo kunnen ontwikkelen om zelfstandig te kunnen leven.” Je weet niet wat je hoort, de bodem wordt onder je voeten uit getrokken. Vervolgens kom je als ouders voor een onmenselijke keuze te staan, een keuze die je niet wil maken en waarvan wij ons nu met momenten nog afvragen of we wel de juiste keuze gemaakt hebben…

Lees verder

Het tussenkamertje

En al die tijd heeft tweejarige Bram stilletjes aan dat tekentafeltje gezeten. Terwijl de wereld instortte.

Ik loop met hem naar de overkant van de straat, waar de dagopvang is, en bel aan. Nog steeds hoor ik mijn verontschuldigingen over waarom ik niet naar binnen kom om Bram zijn jasje uit te trekken: “Ik moet meteen weer gaan, naar het ziekenhuis, want het hartje van de baby klopt niet meer.” Het geschokte gezicht aan de andere kant van de drempel neemt Bram aan en zegt in eerste instantie niets. Haar mond staat gewoon open, een gapende leegte. Op de achtergrond voltrekt zich de drukte van alledag, spelende kinderen die het volume van hun stemmetjes testen en met felgekleurd speelgoed in de weer zijn. Ik hoor het lawaai niet, maar kijk ernaar alsof het een televisie is, zonder geluid. Seconden tikken voorbij, zonder dat er iets gezegd wordt. En dan herpakt degene aan de deur zich weer: “Ach nee toch, meid, ga maar gauw.”

Lees verder

Wanneer de wereld vergaat

Op haar verzoek ga ik liggen en ontbloot mijn buik. Toch telkens weer met zekere gêne, want de strijdwonden van mijn vorige zwangerschappen zijn duidelijk zichtbaar. Slecht bindweefsel zit in de familie, zei iemand mij ooit. Ik weet niet meer wie, maar feit is dat ‘strak in het vel zitten’ nu voorgoed tot het verleden behoort.

De verloskundige pakt haar doptone en zet het microfoontje op mijn buik. Het is alsof er een storm door het ding raast. Een hard ruisend geluid vermengd met klotsend water, zoals je dat tegen je roeibootje aan hoort breken als je verdwaalt op de Middellandse zee. Alleen het geluid van de vogels die hun aas daar stervend van de dorst in het water zien dobberen ontbreekt. Tenminste, zo stel ik mij dat dan voor.

Lees verder

Hel van de absurde realiteit

“Je hebt veel meegemaakt de afgelopen dagen,” zegt hij met een serieuze blik.
“Ja,” is alles wat ik daarop kan zeggen. Ondertussen bestudeer ik de manier waarop de man achter de tafel voor mij feilloos opgaat in het meubilair van de kamer. Het is een studeerkamer, donkerbruin met wat kunst aan de muur. Of wat ervoor door moet gaan althans. Zijn ernstige ogen weerkaatsen de inhoud van de geleerde boeken die bijna tot plafondhoogte een hele wand bedekken.
“Hoe voel je je daar nu onder?” vraagt hij een tijdje later. Er lijken minuten verstreken, alsof hij me even de tijd gaf aan de ruimte te wennen. Maar mijn gedachten kan de man toch niet lezen, anders hoefde hij geen vragen meer te stellen.
“Er zit een dode baby in mijn buik,” antwoord ik. En hoewel het geen antwoord is op de vraag die hij stelde, is dit het enige dat in mij opkomt. “Hij is al een paar weken dood, zeggen ze,” vul ik mijn stelling aan.

Lees verder

Duistere wolken zonder nieuws

Hoera! Ik ben vier ons, ja echt bijna een halve kilo, aangekomen. Haast euforisch stap ik na de kerstvakantie met de kinderen het schoolplein weer op. De koude wind en het stevige wolkendek boven de daken kan me niet deren nu. Voor het eerst weer met een goed humeur naar buiten, want het lijkt er toch echt op dat die buik begint te groeien. Dat ik me scheel heb gegeten de afgelopen week om die paar honderd gram eraan te krijgen, en nog steeds drie kilo minder weeg dan in het begin van de zwangerschap, doet er niet toe. Vandaag niet.

Lees verder

Gefluister op de voorgrond

Ik weet bijna zeker dat zijn hart vandaag stopte met kloppen.

Eerste kerstdag 2009. We ondernemen een lange trip richting Heiloo, familiebezoek. Het is hels weer op de terugweg en we zitten bijna drie uur in de auto. Er ligt sneeuw en het regent. Een echte donkere decemberdag. De lucht is even grijs als de autoweg. Het is alsof we door een tunnel rijden, meegezogen worden in een vacuüm van leegte. Kale bomen, saaie kantoorgebouwen en een enkel schreeuwerig reclamebord doemen op aan de kanten van de weg. De wind en regen ontnemen ons een groot deel van het zicht, dus rijden we op gevoel. Terwijl we door dit helse weer naar huis rijden kletsen we wat en de kinderen slapen. Sara en Bram hebben een drukke en gezellige tijd achter de rug. Die voornamelijk bestond uit een oude hond achterna zitten, rondjes rennen in de kamer en tekeningen maken in het atelier van mijn tante. Ze hebben zich kostelijk geamuseerd. En nu zijn ze doodop. Eindelijk rust.

Lees verder

Spieken op zwart-wit

‘Vandaag komt er een einde aan mijn mini-hel,’ denk ik onderweg in de auto. Eindelijk zal ik met eigen ogen zien dat alles goed is. Ik vertel het mezelf al weken: ‘Er is niets raars aan de hand met mijn ongeboren kind.’ De dagen tot dit moment zijn voorbij gekropen en tegelijkertijd opgegaan in een grote, grijze brei van twijfels, angst en tegenstrijdige gedachten. Momenten waarop ik teleurgesteld constateerde dat mijn broeken niet strakker zaten, werden opgevolgd door misselijke ochtenden die me blij maakten. Ik omarmde de pijn in mijn onderbuik van de groter wordende baarmoeder en verfoeide het ontbreken van enig contact tussen mij en mijn kind. Contact dat ik in vorige zwangerschappen, zelfs zo pril, wel had. Al was het maar in mijn dromen.

Het zweet loopt langs mijn rug.

Lees verder