Faye Lynn, nieuw geluk en Het Sprookje van de Dood.

22407379_10155759350557964_586056838_nInmiddels is het bijna tweeënhalf jaar geleden dat mijn wereld op zijn kop stond. Op 30 mei 2015 verloren ik en mijn vriend Richard ons eerste kind, onze dochter Faye Lynn. Soms verbaast het mij dat het “alweer” 2,5 jaar geleden is. Het jaagt mij soms angst aan, alsof de tijd die er verstreken is ook een waardeoordeel met zich meedraagt. Namelijk dat je niet meer zo verdrietig mag zijn en de pijn toch wel minder moet zijn geworden of over moet zijn. Dit oordeel vel ik niet over mijzelf, maar ik merk helaas dat anderen dit wel dikwijls zo bedoelen. Niet zelden hoor ik dat het ‘gelukkig al een hele tijd geleden is’. Iets wat voor mij absoluut niet zo voelt, en al gezegd werd na pak ‘m beet 3 weken. Alsof rouwen vooral niet te lang mag duren en je maar gauw dat spreekwoordelijke plekje moet vinden waardoor je weer vrolijk verder kunt leven. Soms voelt het zelfs alsof het verstrijken van de tijd mij verder van haar doet verwijderen, het jaagt mij angst aan dat ik haar dus al zo lang kwijt ben; al voelt Faye nooit helemaal verloren en zal ze altijd met ons verbonden zijn. Die tweeënhalf jaar voelen voor mij als net een jaartje terug. Hoe lang mag je dan rouwen? Een maand? Een halfjaar? De waarheid is dat rouwen om je kind nooit op zal houden, het is de prijs die je voor immense liefde betaald.

Faye werd geboren met een zwangerschap van officieel 23 weken en 6 dagen. Al wekenlang had ik rare klachten die voor mij niet goed voelden. Een stemmetje binnenin vertelde dat dit niet goed was, maar als naïeve, jonge zwangere liet ik mij geruststellen door de verloskundige. Ik liet mij vertellen dat het bandenpijn was en ging gewoon door met fulltime werken. Uiteindelijk verloor ik ‘s ochtends met exact 23 weken iets wat mijn slijmprop moet zijn geweest en werd ik wakker met een hoop bloedverlies en krampen. Ik belde de verloskundigenpraktijk en volgens haar kon ik gewoon gaan werken. Vervolgens belde ik ook mijn moeder en viel ik flink tegen haar uit dat de professionals het echt wel beter wisten dan zij, nadat ze me zei dat ik niet moest gaan werken. Ik ging gewoon een middagje werken en ‘s middags zou ik langs de dokter gaan en mij voor de 100ste keer laten testen op blaasontsteking en daarna naar de verloskundige gaan. Op mijn werk werd het bloedverlies steeds heviger en de krampen ook. Tot 3x toe bel ik de praktijk en word ik geïrriteerd te woord gestaan dat ze het druk hebben en ik niet steeds moet bellen. Faye beweegt vrolijk in mijn buik.

Uiteindelijk word ik die middag na zwaar aandringen van mijn moeder inwendig onderzocht en krijg ik een afspraak bij de gynaecoloog over twee weken. Als ik daar naar de wc ga en vervolgens weer een plas bloed verlies moet ik toch meteen naar het ziekenhuis. Daar aangekomen spreekt de dienstdoende arts het doodvonnis uit: “U bent aan het bevallen en de baby gaat dit niet overleven.” Wat volgt is een verschrikkelijke week, gevuld met weeën, hoop en angst. Ik beviel die dag niet, ik vocht als een leeuwin en hield het op pure wilskracht zonder weeënremmers 6 dagen vol. Juist de dag dat ik vervoerd zou worden naar een academisch ziekenhuis waar ik longrijpingsinjecties zou krijgen braken mijn vliezen en stierf onze dochter Faye 40 minuten na haar geboorte in mijn armen, in het bijzijn van mijn ouders, schoonouders, zusje en tante. Ze was perfect en prachtig. Ze leek precies op mijn vriend en had een hoop prachtige krulletjes in haar haartjes en lange, zwarte wimpers. Ze hadden ons bang gemaakt dat Faye op een alien zou lijken, met een doorzichtige huid en kaal. Niets van dit alles was waar. De liefde en trots vermengd met onbeschrijfelijk verdriet zal ik nooit vergeten. Wij waren ouders geworden en dit zou niemand ons afpakken.
Ik bleek een infectie in mijn placenta te hebben en Faye werd op de echo’s veel lichter en kleiner geschat dan ze bleek te zijn, waardoor de twijfels over haar werkelijke leeftijd blijven bestaan.

Inmiddels hebben wij een gezonde dochter gekregen van nu 15 maanden. Kate leek vooral als baby heel erg op haar zusje en geeft haar foto’s elke dag een kusje. Het geluk in ons leven is vooral dat we haar hebben om voor te mogen zorgen, al zullen we altijd een kindje missen. Het is lang niet altijd makkelijk om door te leven met dit verlies, maar we zullen wel moeten, zoals zoveel lotgenoten.
Na het verlies van Faye heb ik veel steun gevonden aan lotgenotencontact. Een lief gezin waarvan de mama een collega van mijn vriend is, zijn inmiddels vrienden geworden. Ook online heb ik veel herkenning gevonden.

Vorig jaar toen ik hoogzwanger was van mijn regenboogbaby, hoorde ik van twee lotgenoten via een pagina op Facebook dat er audities kwamen voor de verfilming van een bijzonder boek, namelijk het Sprookje van de Dood van Marie-Claire van der Bruggen. Zonder verder na te denken besloot ik een mail te sturen en mocht ik na mijn bevalling auditie komen doen. Marie-Claire mailde mij dat ze een goed gevoel over mijn nog te volgen auditie had en eigenlijk had ik precies hetzelfde. Het was een onverklaarbaar gevoel, misschien wel een weten dat ik bij dit team zou gaan horen. Ik werd gecast voor de hoofdrol van het Zieltje en zo kwam er van alles samen. Mijn achtergrond als actrice, mijn eigen, diepe rauwe rouw en verbinding met het onderwerp, mijn spiritualiteit en de troost die ik zocht. Ik heb Marie-Claire leren kennen als een oprechte, warme en liefdevolle vrouw en ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde. Ik geloof dat onze allerliefste kindjes altijd bij ons zullen horen. Dat we ze niet op aarde mogen zien opgroeien blijft wel heel pijnlijk. Ik zou er alles voor over hebben om haar hier in mijn armen te mogen houden, maar dat er echt meer bestaat, daar heeft Marie-Claire mij door haar visie en boeken wel van overtuigd. Ik geloof met heel mijn hart dat deze film iets toe te voegen heeft, dat het steun, inzicht en liefde kan brengen bij iedereen, maar voor mij in het bijzonder, voor de mensen die dit nodig hebben. Het lijkt nu misschien of ik schaamteloos reclame maak, maar omdat ik er zo’n oprechte verbinding mee voel, wil ik het graag onder jullie aandacht brengen. Omdat er geld nodig is om deze bijzondere film te maken, is er een crowdfundingsactie gestart. Mocht je een donatie willen doen, dan kan dit via https://cinecrowd.com/nl/het-sprookje-van-de-dood-de-film

Zouden jullie ook de Facebook pagina willen liken? De pagina is te vinden onder Het Sprookje van de Dood – de film.

Er is 1 zieltje dat ik altijd in mijn hoofd en hart heb bij het maken van deze film en dat is mijn lieve dochtertje Faye Lynn.

Mama zal altijd van je houden.
Bedankt schat, dat jij mij mama hebt gemaakt.

Kirsty Aileen

 

 

 

De liefde zal altijd blijven – door Stefanie Ramos

12 november 2015, we zitten aan tafel mijn telefoon ringelt…. een appje. Ik loop van tafel en terwijl ik mijn telefoon open stort ik tot de grond bij het lezen van één woord op mijn telefoonscherm “Hersentumor”.
“Waar?” reageer ik. “Hersenstam” krijg ik terug. Stilte…. een verschrikkelijk stilte. Een hand die mijn keel dichtknijpt. Daar is het weer: angst, wanhoop, verdriet…

Mijn collega heeft een zoontje: Imran. Imran zit bij mijn jongste dochter Loïs op de crèche in dezelfde groep. We carpoolen bij slecht weer, we gaan samen naar de Sinterklaasviering op het werk en komen af en toe bij elkaar over de vloer. Leuk contact, maar verder niet heel intens.

11054458_1012680462095324_7748572451697452337_n[23047]
Imran is ziek geworden. Hij was onophoudelijk aan het overgeven en is opgenomen in het ziekenhuis.  Eerst weten ze niet goed wat er is en denken aan een longontsteking. Tot daar het verschrikkelijk nieuws is. Een hersentumor in zijn hersenstam. Na een biopt blijkt al snel dat Imran niet meer zal genezen, de artsen geven hem maximaal een jaar.

Daar sta ik dan terug in dezelfde gang, naast dezelfde Intensive Care, met dezelfde artsen. Ik weet niet of ze me wil zien. Maar ik moet hier zijn. Alles begint me te duizelen. De kamerdeur gaat open. Daar staat mijn collega Fatine, ze laat me naar binnen. Ze is zo sterk en positief. Ik voel haar kracht door alleen maar naar haar te kijken. Imran ligt op zijn zij, hij kijkt me aan met zijn prachtige bruine ogen en zijn jaloersmakende lange wimpers. Prachtig lief mannetje, zo verzwakt dat ik ervan schrik. Ik pak zijn handje vast en vertel hoe erg iedereen hem op de crèche mist en dat hij een knuffel krijgt van Loïs en zijn juffie. Hij steekt verzwakt zijn armpjes uit en maakt een knuffelgebaar.
Fatine kruipt bij hem in bed. Ik neem afstand, maar ben daar. Alles in me zegt ook dat ik daar moet zijn. Fatine laat niemand toe, ze gaat op in Imran, haar maatje, haar alles. Ze is er voor hem en de rest doet er niet toe. Wat een liefde, wat een prachtige mama. Het ontroert me, de kracht die ze heeft en hoe goed ze haar verdriet en wanhoop kan verbergen voor Imran. Zo ontzettend trots op haar!

Even later staat ze op en kijkt me recht in mijn ogen aan. Met een strenge blik zegt ze: “Jij bent hier omdat jij nog staat!” Oftewel, ze laat me toe in deze zo intieme, liefdevolle, hartverscheurende momenten, omdat ze weet wat gaat volgen. Mijn hart breekt. Ik kan niet geloven dat wij lotgenoten gaan worden. Maar we weten het allebei. We spreken het niet uit, maar we weten het en voelen het.

In de weken die volgden ging het bergafwaarts. We wisten dat het moment zou komen, het afscheid……

Imran die altijd knuffels gaf. Waar hij was, was liefde. Ik herinner me een dag met de crèche op de kinderboerderij, hij knuffelde alle dieren die hij zag, zo stevig en intens. Elke keer moest ik weer achter hem aanrennen want hij volgde de dieren, niet de groep. Hij genoot zo intens, en ik van hem.

Hoe kon ik hem nu aankijken, wetende dat het de laatste keer kon zijn. Ik was toeschouwer. Machteloos. Ik zag zijn pijn, en de pijn van Fatine. Er is niets wat ik kon doen, behalve zijn handje strelen en hem zeggen dat ik van hem houd. En dat het oké is dat hij zijn rust mag nemen.

Op 24 december, de geboortedag van Kane, bak ik normaal elk jaar koekjes voor het kinderziekenhuis. Dit jaar had ik geen ingrediënten gehaald. Ik wist dat ik niet zou kunnen trakteren. Het is ochtend… de dag van Kane zijn geboorte. Ik pak mijn telefoon en terwijl ik een bericht lees om ons sterkte te wensen op deze dag, komt er een nieuw bericht binnen. “Imran is overleden.”

Binnen 15 minuten sta ik in die gang. Ik mag naar binnen. Daar ligt Imran. Vredig, maar overduidelijk is dat het leven hem heeft verlaten. Ik raak hem aan en geef hem een kus. Ik proef en ruik Kane. De zoete geur die hem omringde. Fatine vertelt me dat dat parfum van het paradijs is. Een parfum wat de engeltjes meenemen wanneer ze een overleden kindje komen halen. De engeltjes komen met hele lieve woorden uit het paradijs, en nemen hem mee naar een prachtige groene tuin. Vol bomen met fruit, de mooiste vogels en planten. In het paradijs wacht hem een leven met zoveel vreugde, geluk en liefde. Haar verhalen maken me blij en geven me troost. Als ik aan Kane denk is dat wat ik me ook altijd probeerde voor te stellen.

Een paar dagen later, op het werk, kan ik de duizeligheid niet meer aan. Voor de zoveelste keer voel ik me benauwd en naar. Ik voel angst, maar weet niet waarvoor. Uiteindelijk kom ik met een burn-out thuis te zitten. Ik krijg een verwijzing naar de psychosomatische fysiotherapeut. Deze zegt al snel dat mijn angst en pijn te diep zit. Dat ik dit niet met ademhalingsoefeningen, ontspanningsoefeningen en gesprekken kan overwinnen. Ze raadt me aan om met een psycholoog te gaan praten. Na een aantal gesprekken en testen blijk ik te lijden aan een posttraumatische stress-stoornis. Tijdens de gesprekken wordt duidelijk dat ik dingen heb wegstopt omdat erover praten veel te pijnlijk is.

Hoe bizar is dit? Ik praat altijd en heel makkelijk over Kane. Ik heb meegeschreven aan ‘Liever bij mij’, ik deel heel veel op Facebook en voor elke bijzondere dag heb ik iets gevonden om mijn gevoel te uiten. Ik heb het “prima” voor elkaar. Ik heb het “verwerkt” voor zover dat mogelijk is en ik sta positief in het leven…..

De waarheid is dat ik alles heb ge-sugercoat. Ik heb voor elk verdrietig moment en elke pijnlijke herinnering iets vrolijks verzonnen. Op zijn sterfdag gaan we vrolijke tekeningen krijten op de plek waar Kane gereanimeerd werd. Op zijn verjaardag ga ik koekjes trakteren in het ziekenhuis. Zolang ik maar bezig blijf en geen tijd heb om alleen te zijn met mijn pijn.

Ik besluit te starten met emdr-therapie. Therapie waar je letterlijk teruggaat naar de momenten die je hebt weggestopt, de momenten die je verscheuren, de momenten die ervoor zorgen dat je wil gillen, schoppen en slaan van verdriet. Zo moest ik terug naar het moment dat we Kane zijn kistje gingen sluiten. Ik moest vertellen wat ik zag. Hoe hij er uitzag. Wat ik voelde. Wat ik dacht. Tijdens elke sessie stroomden de tranen over mijn wangen. Zo heftig en intens had ik deze momenten zelfs in werkelijkheid niet beleefd. Ik ging kapot. Ik verdronk in mijn eigen tranen.

Na een heel heftig jaar van gesprekken en emdr-therapie, kan ik nu oprecht zeggen dat ik het kan accepteren. Mijn pijn. Het gemis. Het onrecht. Er is geen handboek of gebruiksaanwijzing voor hoe je omgaat met het verlies van je kind. Ik wilde die medelijdende blikken niet, dus ik was sterk en vrolijk en positief. Ik zette een masker op, elke dag weer. Ik deelde veel op Facebook omdat ik bang was dat mensen Kane zouden vergeten. Een soort boosheid en bewijs dat ook hij er mag zijn en nog steeds is. Ik had een script voor mezelf geschreven en wist deze rol voortreffelijk te spelen. Ik heb leren te leven hoe ik dacht dat van me verwacht werd. Ik drukte mijn verdriet met alle kracht weg, zoals een bal onder water die naar boven wil drijven. Nu is die bal met alle kracht omhoog geschoten. Ik ben alleen geweest met mijn verdriet, mijn pijn was ondragelijk. Ik heb gehuild, geschreeuwd en heel veel van me afgeschreven. Mijn verdriet mocht en mag er eindelijk zijn.

Dit verdriet is onderdeel van mij en dat heb ik geaccepteerd. Al mijn angstklachten en duizelingen zijn verdwenen. Alle energie die het me gekost heeft om de pijn te onderdrukken heeft me gebroken. En vanuit daar heb ik mezelf weer gevonden. In de pijn. In de leegte. In de eenzaamheid. Het doet er niet langer toe of anderen Kane zouden vergeten, ik voel de drang niet meer om wat te bewijzen. Hij leeft in mij, in vreugde en verdriet. Hij leeft in mijn oh zo dierbare herinneringen. En ik ben nog steeds elke dag dankbaar voor elke seconde van zijn veel te korte leventje.

Fatine is moslima, en ik, ik geloof vooral dat er heel veel is tussen hemel en aarde. En ik geloof in dat prachtige paradijs waar we elkaar weer zullen zien! Het is zo bijzonder. Uit ons verdriet is een band ontstaan die niet te omschrijven is. Wij begrijpen elkaar als geen ander, ook al zijn we totaal verschillend en geloven we totaal verschillend. We delen de liefde voor onze kinderen die niet zichtbaar zijn.

Het overlijden van een kind, is vallen en opstaan en weer vallen en opstaan. Er zit geen tijdslimiet aan, er is geen voorbeeld voor. Ik weet dat ik keek naar lotgenoten en dacht: ‘Nou dan zal het bij mij ook ongeveer zo zijn.’ Of sterker nog: ‘Dan moet ik er ook overheen zijn.’ Je probeert je vast te houden aan het proces van een ander. Want ergens wil je de bevestiging dat het ooit beter gaat worden. Dat de pijn stopt. Ik kan alleen maar zeggen, gun jezelf alle tijd en liefde. En laat de pijn toe.

De liefde zal altijd blijven, tot in het Paradijs lieve Imran en Kane!

 

liever_bij_mij_cover_def-page-001Stefanie Ramos schreef mee aan de bundel ‘Liever bij mij…’ Wil je haar verhaal en dat van 32 andere lotgenoten lezen? Het boek is hier te bestellen of bij je lokale boekhandel.

 

 

Blue Monday

Vandaag is de meest depressieve maandag van het hele jaar, een officiële ‘Blue Monday’ als we de media mogen geloven. Het toeval wilt dat het precies op deze dag zes jaar geleden is dat wij hoorden dat onze zoon, toen twintig weken in mijn buik, overleden was. En dat die datum toen ook op een maandag viel. Niet zomaar een Blue Monday dus, voor ons.

sneeuwVandaag veranderde er eigenlijk niets aan de feiten van het leven, maar toch zou mijn leven nooit meer hetzelfde zijn. Het veranderde ingrijpend door de wetenschap dat het kindje in mijn buik dood was. Hij was al dood, alleen wist ik het niet… Hoe lang al blijft voor altijd onbekend en onbestemd. Ik blijf dat zoiets raars vinden. Ondanks dat het in dit leven eigenlijk continue gebeurt, de mens is gemaakt om achter de feiten áán te hollen, lijkt het haast. Alleen is het in dit geval zo dat de afstand tussen het feit en het weten uitvergroot is, terwijl ik er bovenop zat.

Het is ergens te vergelijken met het zeggen van een woord, bijvoorbeeld bijzonder. Bij-zon-der. Zeg het eens tien keer hardop… Hoe vaker je het zegt, hoe vreemder het klinkt. Bij (ie) – zonnnn – der. Raar. Dit is net zoiets. Je zoon sterft, nota bene IN je buik en een vreemde moet het je vertellen. Bizar. Hoe langer je erover nadenkt, hoe gekker het wordt. Terwijl het ergens ook iets logisch heeft, want je kunt nu eenmaal niet door je navel naar binnen kijken. Hoe ernstig zijn wij mensen van ons eigen lichaam vervreemd dat zoiets je kan ontgaan? Misschien is het zo dat wanneer je te dicht bij iets bent, letterlijk dicht-in-mij, feiten er niet zijn… alleen liefde. Zo lost het woord, bij-zon-der, op wanneer je het probeert te absorberen door het letter voor letter te analyseren. Betekenis wordt klank en vervreemdt, juist omdat het helemaal eigen is. Hoe dichterbij je komt, hoe minder van het geheel je ziet.

Het waren niet de feiten, maar de kennis ervan die binnen in mij als onzichtbare sloophamer totale verwoesting aanrichtte. Ik wist toen niet dat het mij later mooier en sterker zou maken. De zin “Ik zie geen hartactie meer” veranderde alles. En toch gebeurde er op dat moment eigenlijk niets, we ontdekten alleen iets dat al zo was. Hoe kan een kindje in je buik nu doodgaan zonder dat je dat weet? Dat blijft raar, vreemd, onwerkelijk, ook na zes jaar. De wetenschap dat hij er niet meer was heeft mij voor altijd veranderd, maar zijn doodgaan zelf niet. Dat heb ik niet gemerkt, of althans niet willen merken, weten, voelen. Uit zelfbescherming misschien.

Ik heb niet langer de illusie dat ik het ooit zal begrijpen. Het is bij-zonder. Je krijgt er iets bij (kennis), zonder dat er feitelijk iets verandert. Zo is dat met bijzondere dingen, wat ze ongewoon maakt is dat ze iets extra’s (vaak iets ongrijpbaars) mededelen ten opzichte van dingen die we als gewoon ervaren. Het is de uitspraak van die ene zin, die uitlegde dat mijn kindje niet meer leefde, die mij getraumatiseerd heeft (zoals dat dan moet heten, vreselijk woord). Niet zijn geboorte, drie dagen later, op donderdag 21 januari. Die was ondanks alles mooi, maar alleen het weten zelf. Het weten van het on-weetbare, het on-kenbare, datgene aan dit leven dat on-grijpbaar is, on-begrijpbaar. Dood. De dood is net zo bij-zonder als het leven zelf. Opeens ben je er, en net zo plotseling ben je weg. Waar je vandaan komt en naartoe gaat is het besleutelhangerst bewaarde geheim ooit.

Lieve kwam, on-zichtbaar, en ging net zo. Maar als de dood in je sluipt voor je geboren bent dan volgt de confrontatie met jouw lichaam, met het feit dat je er werkelijk wás, pas later. Lieve* voelde als een droom, een nachtmerrie, tot de realiteit zijn intrede deed en mij liet zien, voelen, écht weten. En ergens was dat een geruststelling, want nu kon ik ook afscheid nemen. Van dromen kun je geen afscheid nemen, daaruit wordt je losgerukt en dan is het over… alsof er nooit iets is gebeurd. Alleen de pijn, die blijft. Dat mijn zoon tastbaar werd, door zijn lichaam, was ondanks het verdriet ook het begin van helen. Afscheid nemen een ritueel dat je laat erkennen, laat weten met je lijf wat er was. De behoefte aan het tast-baar maken blijft, komt altijd terug. Mijn zoon heeft bestaan. Alleen al daarom zou ik hem nooit willen missen, hij was meer dan een droom.

‘Liever bij mij…’ Tweede druk begin 2016

Goed… het belangrijkste nieuws eerst:

lieverbijmij_cover_3dJaaaaaa! De tweede druk van ‘Liever bij mij…’ is onderweg! 🙂 Op vijf februari komen de nieuwe boeken aan en een week later (precieze datum volgt) zal de titel in (bijna) alle boekhandels in Nederland én België te bestellen zijn!

De nieuwe oplage is hardcover en vanaf vandaag kun je al een exemplaar RESERVEREN zónder verzendkosten met de code: 2016. De eerste druk in paperback blijft voorlopig ook bestelbaar, zolang de voorraad strekt. OP = OP.

Ondertussen ontstaat er online steeds meer aandacht voor het boek. Hier vind je vast de eerste reviews: Bol.comIrene Otto, kinderboekenwinkel In de wolken, Lemsternijs en natuurlijk ook op Facebook.

Ik ben nog op zoek naar enkele Facebookpagina’s/blogs/websites die een review willen schrijven! Vind je dit leuk, dan kun je via irenevanwesel@gmail.com een recensie-exemplaar aanvragen. 🙂

Wereldlichtjesdag

December was een ongelofelijk drukke, bijzondere en warme maand, een achtbaan vol emoties, maar tegelijkertijd ook een periode waarin ik ‘mijn hoofd’ er goed bij moest houden. Het begon allemaal op 9 december met een grote vrachtwagen en héél veel boeken, wat logistiek nog een hele klus bleek. Aanpakken geblazen dus! Maar dat ging goed en het posten van alle gereserveerde exemplaren verliep ook ‘soepel’ (lees: met een steekwagentje vol pakketjes en enveloppen naar het postkantoor… elke dag).

lieveHet voordeel van dit hele avontuur was dat ik geen tijd had om zenuwachtig te worden voor Wereldlichtjesdag (13 december). Uiteraard was ik dat uiteindelijk wél… niet alleen vanwege de boekpresentatie, maar ook omdat meer dan de helft van de deelnemers van ‘Liever bij mij…’ naar Limburg was afgereisd om hierbij te kunnen zijn. En ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik nu typisch zo iemand ben die zich dan druk gaat zitten maken over of die lieve mensen mij ‘in het echt’ wel zo leuk vinden. Hier ga ik aan werken dit jaar, heb ik mezelf beloofd. Ik zeg op zo’n momenten altijd streng tegen mijn hoofd: ‘laat het maar gewoon gebeuren, het is zoals het is,’ maar voelen doe ik dat nog niet. Misschien komt dat wel als ik het maar vaak genoeg herhaal. Dingen hoeven niet altijd goed of slecht te zijn, vaak zijn ze gewoon en dat is oké.

Wat er die avond allemaal gebeurde kan ik moeilijk in woorden vatten. De muziek was prachtig, de gedichten en het noemen van de namen… De dappere ouders die het podium op kwamen om iets te vertellen. Het was zó ontzettend fijn om iedereen te ontmoeten. Een warm bad, zoals het cliché wilt. De kans om mensen die ik tot nu toe alleen digitaal ontmoet had, wiens verhaal en kindje(s) ik ondertussen zó goed ken, even te spreken, soms ook vast te houden, dat was mijn grootste cadeau afgelopen jaar. Het andere grootste cadeau (ja, gedeelde eerste plek) was de organisatie van Wereldlichtjesdag zelf. Stichting WLD Stein telt acht leden en er is tijdens het opzetten van het evenement een mooie band gegroeid waarin we delen, in warmte en respect voor elkaar. Ik ben er heel dankbaar voor dat dit kan en mag, dat het goed voelt.

In de week na Wereldlichtjesdag bleek al snel dat de eerste oplage van ‘Liever bij mij…’ niet toereikend zou zijn. Ik had gedacht er wel een half jaar mee vooruit te kunnen, maar op dat moment mocht ik me afvragen of we februari wel zouden halen (aangezien meer dan de helft van de boeken al weg was). Dat is nu nog steeds de vraag overigens met nog maar 168 boeken op voorraad… Gelukkig is de tweede druk in productie :-). De eerste oplage heeft de boekenwinkels niet eens bereikt, met uitzondering van boekenwinkel ‘In de wolken’ in Voorburg. De tweede druk zal via het Centraal Boekhuis in (bijna) alle boekhandels in Nederland én België bestelbaar zijn.

2015 was een groot avontuur… Ik ben heel benieuwd wat 2016 in petto heeft!

Liefs,

Irene

 

Meer informatie over het boek? Klik dan hier.
Bestellen                       E-book met fragmenten

Fragmenten ‘Liever bij mij…’

Vandaag worden er voor het eerst fragmenten vrijgegeven van de bundel ‘Liever bij mij…’ die op Wereldlichtjesdag 2015 wordt gepubliceerd.

Je leest ze hier!  Liever bij mij… fragmenten

lieverbijmij_cover_3d-v3

Over ‘Liever bij mij…’

‘Liever bij mij…’ vertelt het verhaal van 33 ouders en paren die een kindje, soms meerdere kindjes, verloren tijdens of na de zwangerschap. Zij namen daarmee niet alleen afscheid van hun baby, maar ook van alle dromen en wensen die zij voor hem of haar in gedachten hadden. Sommigen van hen stonden voor de loodzware keuze de zwangerschap af te breken, anderen werden plots geconfronteerd met een stille echo. Er zijn ouders die hun kindje dagen na de bevalling moesten laten gaan, maar ook papa’s en mama’s die een ouder kindje plots verloren. Hun verhalen zijn zo divers. De manier om met rouw om te gaan uniek, net als de gevoelens rondom het verlies, en toch delen zij hun gemis. Het verdriet om een kindje dat er niet meer is, ongeacht hoe oud of jong.

liever_bij_mij_cover_def-page-001

Delen en doorbreken

Ik startte met schrijven omdat ik niet anders kon, er was geen andere manier voor mij om mijn gevoelens te verwoorden en te delen. Het was zo’n ontzettende warboel in mijn hoofd dat ik de woorden er letterlijk uit moest trekken en op papier moest zetten om opnieuw orde te scheppen. Al was het alleen maar om te beseffen wat er gebeurd was: het hartje van het kindje in mijn buik klopte niet meer.

In mijn hoofd stond een bijzondere vaas, kwetsbaar en toch vol kracht. Vol met tafereeltjes over de levensweg die ik bewandelde, met onbekende wegen naar de toekomst en keuzes die ik nog zou maken. Toen ik de woorden “ik zie geen hartactie meer” hoorde, viel die vaas kapot en was er niets meer om naar te kijken in mijn hoofd. Niets dan duister en chaos. Schrijven werd toen voor mij als het zoeken van de scherven, ze omdraaien en bekijken waar ze hoorden om te zien wat hun plek ooit was geweest. Ik wist dat dat mijn enige kans was om te overleven: die vaas weer bij elkaar zoeken en haar kracht weten te vinden. Zelfs al zou ze nooit dezelfde zijn. Zonder schrijven kon ik niets plakken. Voor mij was er dus geen keuze, ik moest wel.

Ik keek een hele tijd later naar mijn geplakte en gebutste vaas en zag dat ze misschien nog wel veel mooier was dan voorheen. Ja, natuurlijk was ze gehavend, echter er zat tegelijk zoveel meer beweging in. Midden op haar buik liep weliswaar een rivier van tranen, maar overal waar het water kwam zag ik dingen groeien en bloeien. De zon brak zelfs tussen de donkerste scherven door en ik zag dat de toekomst vol warmte en liefde was. Ik zag dat ik iets te delen had.

Lange tijd is Lieve* een kindje van mij helemaal alleen geweest, althans zo voelde ik dat in mijn eenzaamheid. Verdriet kan je zó alleen maken. Het was daarom ook niet gemakkelijk om zijn verhaal, stukjes van hem, zijn warmte en liefde, te gaan delen. De vaas beloofde mij echter nooit dat het leven eenvoudig zou zijn en liet me diepe kloven en gebergtes zien die ik moest overwinnen. Dingen waar ik doorhéén moest om weer op weg te geraken. Ik had mijn besluit genomen en deed dat met een duidelijke intentie.

Ik wilde, meer dan wat dan ook, een ander een stukje herkenning kunnen bieden, zodat zij misschien, al was het maar een héél klein beetje, minder alleen zou zijn. In eerste instantie vond ik die wens nogal hoog gegrepen en twijfelde ik eraan of ik dat wel kon en mocht, maar aan de andere kant realiseerde ik me dat dit voortkwam uit mijn eigen eenzaamheid. Ik was dan zelf ook minder alleen.  Tegelijkertijd wilde ik dat de omgeving meer begrip zou hebben. De behoefte om uit te leggen wat het verlies van een kindje met je doet, was enorm. Misschien ook wel omdat er zo weinig over gesproken werd. Babysterfte is in onze samenleving een taboe en stilaan merkte ik dat ik de behoefte had eraan bij te dragen dit te doorbreken.

Kusje in de wind werd zo geboren. Een pennenkind, maar tegelijkertijd zoveel meer dan dat. Langzaam sloten anderen zich aan op de Facebookpagina, begonnen te delen en daarin boden zij ook een stukje herkenning en openbaarden hun gemis aan de wereld. Wij gaven onszelf toestemming om te praten over wie wij missen, wie in liefdevolle herinnering altijd voortleven in ons hart. En zo ontstond bij mij weer een nieuwe intentie, namelijk om die stemmen te verzamelen. Zoveel ouders hebben een boodschap te brengen, iets van troost te geven of inzicht te delen. 2015 staat daarom in het teken van Liever bij mij…

Aan het begin van het project heb ik alle deelnemende ouders gevraagd om zich voor te stellen op het blog en te vertellen waarom ze meeschrijven. Wat is jouw intentie? Ik deel er hieronder drie als voorbeeld die hun intentie duidelijk beschrijven, van Marieke, Reni en Natalie, maar ik ben ontzettend trots op alle deelnemers!

Natalie en Siebe*

Reni en Valentijn*

Marieke en Fem*

Opnieuw voelen

sunset

Na regen komt zonneschijn is natuurlijk niet meer dan een slecht sprookje wanneer je een kindje verliest, maar er is in het proces dat begint bij een diep en donker gat waarin niets meer zin lijkt te hebben wel degelijk een soort overgang naar het licht. Toen ik hoorde dat Lieve* dood was, voelde dat letterlijk als vallen, mijn armen en benen werden loodzwaar, mijn hoofd begon te bonken, het werd zwart voor mijn ogen en toen… toen brak mijn hart. Ik viel die dag zo hard en zo diep dat ik dacht nooit meer op te krabbelen, maar toch gebeurde het.

Wanneer je wereld vergaat, roept dat een soort oergevoel op, niet zomaar verdriet met tranen, maar een fysieke reactie die door merg en been gaat, die mij maanden lang in zijn greep hield en het onmogelijk maakte om al zoiets eenvoudigs te doen als rustig ademhalen. De pijn verstikte mij, verkrampte me, vernielde mij vanbinnen. Ze sloot mij af voor alles wat buiten was en zette zelfs het ‘ik’ waar ik al zo lang hand in hand mee leefde, buiten de deur. Ik viel als duizenden puzzelstukjes uit elkaar en alles dat er over bleef was de moeder in mij die vervuld was van pijn, verdriet en wanhoop. De moeder die wekenlang, maandenlang vurig wenste dat iemand haar wakker zou maken uit deze nachtmerrie. Ik geloofde niet dat het ooit nog ‘goed’ zou komen.

Toch kwam de dag dat ik de zon zag en haar warme stralen weer voelde op mijn huid, dat ik in het zwembad plonsde en het water bevrijdend om mij heen stroomde, dat ik opkeek naar de sterren en genoot van de nacht, dat ik chocolade proefde en daadwerkelijk een smaak ervoer, dat mijn hart langzaam begon te helen. Ik leerde opnieuw te leven, weliswaar met een diepgeworteld verdriet, maar het lukte me om de moed bijeen te schrapen en mijn puzzelstukjes terug te zoeken. En terwijl ik ze in elkaar probeerde te passen, merkte ik dat ik veranderd was.

Op het moment dat je stuk gaat vanbinnen, ben je voor altijd anders. Ik merk dat ik intenser leef, meer bewust geniet van mijn kinderen en alle andere dingen, dat mijn kijk op het leven veranderd is, mijn gevoel over het doel van mijn – en ons – bestaan. Verlies kan ook inspiratie veroorzaken, in die zin dat je de wereld er anders door gaat zien en ervaren. Doordat ik het leven op een nieuwe manier ging bekijken, verscheen als vanzelf het bijzondere in hele gewone dingen. De ideeën die sinds Lieve* een grote rol spelen in mijn leven, waren echter altijd al deel van mij. Ze zijn alleen belangrijker geworden en andere zaken zijn minder belangrijk geworden. Eigenlijk worden heel veel dingen gewoonweg onzinnig wanneer je een kindje verliest. En de puzzelstukjes die gebroken zijn, en ik niet meer kan plakken, die zijn er ook. En dat is oké.

Uit: Kusje in de wind

Meer lezen en het boek bestellen? Dat kan hier

Gemis tastbaar maken

IMG_20150612_090343“Ik had hem zo graag willen zien mama, waarom mocht ik Lieve eigenlijk niet zien?” vraagt mijn dochter, die dan net zes jaar is. Het is op dat moment al bijna twee jaar geleden dat haar wolkenbroertje geboren werd en ze denkt nog veel aan hem. Bijna dagelijks is hij het onderwerp van allerlei filosofische gesprekken over leven en dood. Ze begint zich nu ook af te vragen hoe dat eigenlijk is gegaan toen; beseft dat ze een stukje afscheid heeft gemist.

Lees verder

Waar bijzondere broertjes en zusjes blijven…

IMG_20150603_143831“Mama…. Woont Lieve dan ook in mijn hartje?” vraagt vierjarige Sofie aarzelend, maar met een grote glimlach rond haar lippen. Verwonderd laat ze haar vingers nog eens over de laatste bladzijde van het prachtig geïllustreerde boek glijden, alsof het haar een van de grootste geheimen ontrafelde. Ik moet nu toch wel een keertje slikken hoor, maar antwoord dan: “Ja, Lieve woont ook in jouw hartje.” En het mooie is dat er geen grotere waarheid bestaat dan dat. Wij nemen overledenen mee in ons hart, hoe oud of jong ze ook zijn.

Lees verder