Hoera! Ik ben vier ons, ja echt bijna een halve kilo, aangekomen. Haast euforisch stap ik na de kerstvakantie met de kinderen het schoolplein weer op. De koude wind en het stevige wolkendek boven de daken kan me niet deren nu. Voor het eerst weer met een goed humeur naar buiten, want het lijkt er toch echt op dat die buik begint te groeien. Dat ik me scheel heb gegeten de afgelopen week om die paar honderd gram eraan te krijgen, en nog steeds drie kilo minder weeg dan in het begin van de zwangerschap, doet er niet toe. Vandaag niet.

Vanochtend stapte ik trots de deur uit met mijn spiksplinternieuwe positiejas aan. Eigenlijk is hij nog wat ruim en te dun voor deze tijd van het jaar. Maarr hoewel het erg fris is, maakt de zachte stof het toch redelijk aangenaam. Blij en opgelucht, eindelijk echt zwanger voel ik me, dus die jas moet en zal aan. Het lijkt zelfs of de zon even schijnt. Doorbreekt, door de dikke winterdeken die de wereld om zich heen heeft geslagen. Lichtjes voel ik die ene zonnestraal kietelen op mijn wang en kijk op naar dat kleine beetje warmte. Het is alsof het licht iets zeggen wil, dat het allemaal wel goed komt. Ik glimlach naar de lucht om dat stukje hoop te begroeten. En daarna krijgt iedereen die mijn afgepeigerde gezicht met blauwe wallen, en anderzijds vrolijke lippen, vraagt hoe het is, te horen dat mijn buik gegroeid is. Niemand is even enthousiast als ik overigens, maar dat deert niet. Eigenlijk is dit de laatste vrolijke dag die ik mij kan herinneren.

Nog geen week later zit ik tegenover de huisarts. Weer een nieuwe, ik ga graag bij de huisartsen in opleiding want die moeten nog leren. En hebben een frisse kijk op de dingen. Zo redeneer ik althans. De vorige liet bloed prikken om te controleren op Pfeiffer. Het is de zoveelste hulpverlener die ik inlicht over het feit dat er iets niet goed is, maar dat ik geen idee heb wat precies. Voorgangers als de longarts en verloskundige vinden dat ik het uit moet zitten… De Mexicaanse griep krijgt de schuld. Van alles. Mijn vermoeidheid, het misselijke en onbehaaglijke gevoel dat mij op momenten overvalt, dat ik niet meer kan denken en alleen nog maar voel. Ik verdrink in emoties die uit de lucht lijken te vallen. Die mij niets vertellen maar wel heel veel zeggen. En de nieuwe huisarts besluit dat ik misschien een depressie heb.

Lief als ze is zorgt ze ervoor dat ik op zeer korte termijn terecht kan bij weer een nieuwe hulpverlener. Binnen twee weken zit ik daar op de praatstoel, vertellend over het dode kindje in mijn buik.

 

Onbewerkt fragment uit: ‘Kusje in de wind: Een onmogelijk afscheid’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s