Troostbundel ‘Kindje in mijn hart’


Zou het niet mooi zijn om een dichtbundel op te dragen aan alle kindjes die veel te kort bij ons mochten zijn en zo ontzettend gemist worden? Om dezelfde verbintenis te leggen als in januari, bij de presentatie van het boek Kusje in de wind, toen de namen van meer dan 200 wolkenkindjes met een wensballon mee de lucht in gingen? Na een symbolisch kusje in de wind, volgt er een hartje als teken van de onvoorwaardelijke liefde die ouders voelen voor hun kroost. De troostbundel Kindje in mijn hart eert en herdenkt alle wolkenkindjes speciaal voor Moederdag en Vaderdag, feestdagen die voor sterrenouders vaak niet alleen vreugde, maar ook verdriet met zich mee brengen.

wensballon Lees Meer

Mijlpaal! Pas zes weken oud en…

Precies zes weken geleden stond er een pallet boeken voor mijn deur, een berg dozen van het formaat: “Help! Wat heb ik gedaan?!” wel te verstaan. Ik zou liegen als ik beweerde dat er geen ‘adem in…. adem uit’- gedachten nodig waren om mezelf enigszins te kalmeren, want het is nogal wat om je eigen schrijfsel vijfhonderd keer af te laten drukken en ik ben niet zo dapper aangelegd.

Maar tegelijkertijd voelde ik ook dat het goed was, dat het zinvol was om de reis die ik vijf jaar geleden begonnen was af te maken, zelfs al zou ik stranden in de eerste doos en de boeken van ellende tien jaar later in de vuurkorf mikken tijdens een nostalgisch avondje herinneringen ophalen. Dit boek, Kusje in de wind, verdiende het om geboren te worden, als cadeau aan ons wolkenkindje Lieve*, maar ook als mogelijke steun voor lotgenoten en hopelijk als eyeopener voor buitenstaanders. Want, en dan heb ik het over alle sterrenouders, onze kindjes verdienen het om benoemd te worden, zij mogen er zijn, hun naam mag gehoord worden en hun verhaal verteld. Ik geloof daar heilig in, dat delen in herinnering het lichter maakt om haar met je mee te dragen.

Lees Meer

Daphne en Lewi* ‘Liever bij mij…’ #2

LewiHallo, mijn naam is Daphne Neutelings en sinds 8 december 2011 ben ik mama van een engeltje genaamd Lewi*. Daarnaast heb ik nog 2 zoontjes, Seth (2010) en Vinn (2012). Samen met hen en mijn partner Rob Boesten woon ik in Geleen, in het zuiden van het land.

De reden dat ik mee doe met het project Liever bij mij… is omdat ik vind dat een overleden kindje nog steeds een enorm taboe is.

Lees Meer

Waarom ik het zo druk heb

Er is hier in de straat een huis waar eind november een schoentje minder onder de vensterbank staat. Een schoentje minder dan eigenlijk zou horen. En er zingt één kindje minder mee om de Sint en zijn Pieten te bekoren. Dat kindje zal nooit de smaak van pepernoten proeven of het geluid horen van trappelende hoeven. Het zal niet ondeugend zijn en trekken aan de baard van Sinterklaas, of onder de indruk raken van wild geraas. Een kindje dat nooit een verlanglijstje zal schrijven en, in de hoop een Piet te betrappen, zo lang mogelijk op zal blijven. Dat huis hier in de straat is het onze. En zo zijn er hier in Nederland nog talloze andere huizen waar één, en soms wel meer, schoentjes ontbreken.

Lees Meer

Dood kindje in mijn buik

Het is stervenskoud buiten, zo vroeg op de dag. Een opkomend waterig zonnetje prikt in mijn ogen, langs kale takken van de bomen en een enkele bakstenen muur die haar de weg verspert. We wandelen naar school met de kinderen, voor de laatste keer alsof alles gewoon is. Gewoon, zoals het altijd was. Maar dat is het niet.

De buitenwereld is bijzonder hard en kil vanochtend, haar striemende wind blaast de zonnetranen mijn ooghoeken uit en mijn gezicht over, terwijl ik stap voor stap de talloze meters die de stoep zich voor ons uitstrekt overwin. Rillend van kou, maar ook van zenuwen, angst, verdriet en ondanks alles stille hoop dat ik zo wakker word uit deze nachtmerrie. Wandelend in het niets, dolend in het nergens, en toch op weg, maar naar wat? Het niemandsland waar wij ons in bevinden, kent weliswaar een overlap met de werkelijkheid, maar schermt zich er op de een of andere manier ook van af. Het ligt als een dikke mist over het leven heen. Af en toe doemt een bekend gezicht op onderweg, dichtbij en toch een wereld van de onze verwijderd, dat we begroeten met een stil goedemorgen. Niet dat die goed is, maar de gewoonte dwingt ons tot deze dagelijkse conventie. Het is een vreemde plek, zo dicht bij de dood.

Lees Meer

Het tussenkamertje

En al die tijd heeft tweejarige Bram stilletjes aan dat tekentafeltje gezeten. Terwijl de wereld instortte.

Ik loop met hem naar de overkant van de straat, waar de dagopvang is, en bel aan. Nog steeds hoor ik mijn verontschuldigingen over waarom ik niet naar binnen kom om Bram zijn jasje uit te trekken: “Ik moet meteen weer gaan, naar het ziekenhuis, want het hartje van de baby klopt niet meer.” Het geschokte gezicht aan de andere kant van de drempel neemt Bram aan en zegt in eerste instantie niets. Haar mond staat gewoon open, een gapende leegte. Op de achtergrond voltrekt zich de drukte van alledag, spelende kinderen die het volume van hun stemmetjes testen en met felgekleurd speelgoed in de weer zijn. Ik hoor het lawaai niet, maar kijk ernaar alsof het een televisie is, zonder geluid. Seconden tikken voorbij, zonder dat er iets gezegd wordt. En dan herpakt degene aan de deur zich weer: “Ach nee toch, meid, ga maar gauw.”

Lees Meer

Wanneer de wereld vergaat

Op haar verzoek ga ik liggen en ontbloot mijn buik. Toch telkens weer met zekere gêne, want de strijdwonden van mijn vorige zwangerschappen zijn duidelijk zichtbaar. Slecht bindweefsel zit in de familie, zei iemand mij ooit. Ik weet niet meer wie, maar feit is dat ‘strak in het vel zitten’ nu voorgoed tot het verleden behoort.

De verloskundige pakt haar doptone en zet het microfoontje op mijn buik. Het is alsof er een storm door het ding raast. Een hard ruisend geluid vermengd met klotsend water, zoals je dat tegen je roeibootje aan hoort breken als je verdwaalt op de Middellandse zee. Alleen het geluid van de vogels die hun aas daar stervend van de dorst in het water zien dobberen ontbreekt. Tenminste, zo stel ik mij dat dan voor.

Lees Meer

Hel van de absurde realiteit

“Je hebt veel meegemaakt de afgelopen dagen,” zegt hij met een serieuze blik.
“Ja,” is alles wat ik daarop kan zeggen. Ondertussen bestudeer ik de manier waarop de man achter de tafel voor mij feilloos opgaat in het meubilair van de kamer. Het is een studeerkamer, donkerbruin met wat kunst aan de muur. Of wat ervoor door moet gaan althans. Zijn ernstige ogen weerkaatsen de inhoud van de geleerde boeken die bijna tot plafondhoogte een hele wand bedekken.
“Hoe voel je je daar nu onder?” vraagt hij een tijdje later. Er lijken minuten verstreken, alsof hij me even de tijd gaf aan de ruimte te wennen. Maar mijn gedachten kan de man toch niet lezen, anders hoefde hij geen vragen meer te stellen.
“Er zit een dode baby in mijn buik,” antwoord ik. En hoewel het geen antwoord is op de vraag die hij stelde, is dit het enige dat in mij opkomt. “Hij is al een paar weken dood, zeggen ze,” vul ik mijn stelling aan.

Lees Meer

Duistere wolken zonder nieuws

Hoera! Ik ben vier ons, ja echt bijna een halve kilo, aangekomen. Haast euforisch stap ik na de kerstvakantie met de kinderen het schoolplein weer op. De koude wind en het stevige wolkendek boven de daken kan me niet deren nu. Voor het eerst weer met een goed humeur naar buiten, want het lijkt er toch echt op dat die buik begint te groeien. Dat ik me scheel heb gegeten de afgelopen week om die paar honderd gram eraan te krijgen, en nog steeds drie kilo minder weeg dan in het begin van de zwangerschap, doet er niet toe. Vandaag niet.

Lees Meer